Stoelhoogte: evenwicht tussen gemak en stabiliteit
Het stoelhoogteontwerp van zware senioren mobiliteit scooters is een factor die zorgvuldig moet worden overwogen. Hoewel een stoel die te hoog is, het voor ouderen gemakkelijk maakt om vanuit een staande positie te zitten, kan het het voor hen moeilijk maken om de grond aan te raken met hun voeten tijdens het rijden, wat de stabiele controle van het voertuig en de remrespons in noodsituaties beïnvloedt. Integendeel, een stoel die te laag is, zal veroorzaken dat ouderen ongemak veroorzaken om het voertuig op en uit te stappen, vooral voor mensen met verzwakte beensterkte of flexibele gewrichten, wat het risico op daling verhoogt.
Daarom moet het ideale stoelhoogte -ontwerp rekening houden met zowel gemak als stabiliteit. Door de gemiddelde hoogte, beenlengte en onderste ledematensterkte van de oudere bevolking te onderzoeken, bepaalden de ontwerpers een stoelhoogte -bereik dat ervoor kan zorgen dat ouderen gemakkelijk op en uit het voertuig kunnen komen, en dat hun voeten op natuurlijke wijze plat op de grond kunnen zijn en gemakkelijk op de rem- en versnellerpedalen kunnen stappen tijdens het rijden. Dit ontwerp verbetert niet alleen de rijervaring van ouderen, maar verbetert ook hun vertrouwensvertrouwen en zorgt voor veilig rijden onder verschillende wegomstandigheden.
Zitbreedte en diepte: gepersonaliseerde ondersteuning, verbeterd comfort
Naast hoogte zijn de breedte en diepte van de stoel ook belangrijke factoren die de rijervaring van ouderen beïnvloeden. De taille en de heupgrootte van de ouderenverandering met de leeftijd, en er zijn veel voorkomende fenomenen zoals spierontspanning en bekkenverbreding. Daarom moet het stoelontwerp van de mobiliteitsscooter dit fysiologische kenmerk volledig overwegen en gepersonaliseerde ondersteuning bieden.
Het breedteontwerp van de stoel moet ervoor zorgen dat ouderen voldoende ondersteuning kunnen krijgen aan beide zijden van de billen tijdens het gaan zitten, waardoor de druk en het ongemak worden vermeden veroorzaakt door de smalle stoel. Tegelijkertijd moet de breedte niet te groot zijn, om het lichaam niet links en rechts te schudden vanwege traagheid bij het draaien of noodremmen, wat de rijstabiliteit beïnvloedt.
De diepte van de stoel moet worden aangepast volgens de zitgewoonten en lichaamsverhoudingen van ouderen. Een stoel die te diep is, kan voorkomen dat de rug van de ouderen de rugleuning volledig past, waardoor de taille wordt opgehangen en gemakkelijk moe te zijn na het rijden voor een lange tijd. Als de stoel te ondiep is, mag de voorkant van de dijen van de ouderen niet voldoende worden ondersteund, wat de bloedcirculatie van de benen beïnvloedt. Daarom moet een redelijk stoeldiepteontwerp ervoor zorgen dat ouderen hun dijen op natuurlijke wijze kunnen ontspannen en hun knieën onder een gematigde hoek kunnen buigen tijdens het zitten, en tegelijkertijd kan de rug comfortabel in de rugleuning passen om te genieten van de beste rijervaring.